Wie zijn betrokken bij de IMVO-convenanten?

In 2014 adviseerde de SER om per sector met alle betrokkenen een internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen-convenant (IMVO-convenant) af te sluiten. Hier is veel gehoor aan gegeven. Veel partijen werken samen binnen de IMVO-convenanten. Door samen te werken hebben partijen meer invloed en kunnen zij samen zorgen voor daadwerkelijke verbeteringen.

Hieronder een overzicht van betrokken partijen en hun rol binnen de IMVO-convenanten.

De SER

De Sociaal-Economische Raad (SER) is ervoor opgericht om door dialoog verbindingen tussen uiteenlopende partijen tot stand te brengen of te versterken en samen tot afspraken te komen. Deze kennis en ervaring zet de SER ook in om de partijen die betrokken zijn bij het ontwikkelen van de IMVO-convenanten te helpen. Dit zijn vertegenwoordigers van de betrokken sector, vakbonden, niet-gouvernementele organisatie (NGO’s) en de overheid.

Wanneer een convenant is ondertekend is pas de eerste stap gezet. Dan moeten de gemaakte afspraken concreet gemaakt worden. De SER kan hierbij een faciliterende rol vervullen.

De overheid

De Nederlandse overheid wil ervoor zorgen dat Nederlandse bedrijven die zakendoen in het buitenland dit maatschappelijk verantwoord doen. De overheid maakt met 13 Nederlandse bedrijfssectoren en maatschappelijke organisaties afspraken over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. De afspraken gaan over welke risico’s ze willen voorkomen op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden en milieu. De afspraken komen te staan in een IMVO-convenant.

Daarnaast spreekt de Nederlandse overheid andere overheden aan op hun verantwoordelijken op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit doet de overheid via de Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. Ook zet de overheid zich in om internationale afspraken tussen overheden sterker te maken. Bijvoorbeeld in de Europese Unie (EU), World Trade Organization (WTO), International Labour Organization (ILO), Verenigde Naties (VN), G20 en de OESO. 

De IMVO-convenanten zijn een belangrijk instrument voor het behalen van de door de VN in 2015 vastgestelde Sustainable Development Goals (SDGs) en Agenda 2030.

De vakbeweging

Nederlandse Vakbonden zijn vaak actief betrokken bij het voorkomen en tegengaan van vooral misstanden op het gebied van kinderarbeid, leefbaar loon en vakbondsvrijheid. Vakbonden zijn soms zelf of via partnerorganisaties actief in ontwikkelingslanden op deze gebieden om tot verbeteringen te komen. Per convenant kan het verschillen welke vakbonden betrokken zijn.

NGO’s

In Nederland is een groot aantal Non-Gouvernementele Organisaties (NGO’s) actief: zoals Unicef en Oxfam Novib. Allen zijn erop gericht om misstanden in de wereld te helpen voorkomen en te verhelpen. Veel van deze organisaties beschikken over kennis en netwerken in de landen of regio’s waar het om gaat. Per convenant kan het verschillen welke NGO’s betrokken zijn.

Samenwerking

De samenwerking tussen bedrijven, vakbonden, NGO’s en de overheid is niet eenvoudig. De belangen en aanpak van de partijen verschilt vaak zeer, waardoor vertrouwen stapsgewijs tot stand moet komen. Een IMVO-convenant komt tot stand na een intensief proces van elkaar leren kennen en tot afspraken komen. Dit kan tijd kosten: alle partijen moeten achter de afspraken staan. Ook moet het IMVO-convenant voldoen aan de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de VN-beginselen voor bedrijven en mensenrechten (UNGPs). 

De samenwerking is niet voorbij als er eenmaal een convenant is getekend. Integendeel, dan begint het pas. Dan wordt de uitdaging voor de partijen nog groter: ze moeten dan gezamenlijk binnen de afgesproken tijd de afgesproken doelen realiseren.

Bent u geïnteresseerd om aan te sluiten bij een convenant? Neem dan contact met ons op.