Werkgroepen

Nederlandse banken en andere partijen werken samen aan het tegengaan van mensenrechtenschendingen. Naast hun individuele verplichtingen hebben ze ook werkgroepen opgezet die zich over specifieke onderwerpen buigen. De resultaten van hun werkzaamheden worden ieder jaar gepresenteerd in het jaarverslag.

Werkgroep ‘Value Chains’ 

Deze werkgroep brengt een aantal productieketens in kaart waar sprake is van ernstige risico’s en impacts voor de mensenrechten. Het doel hiervan is om: 

  1. gezamenlijke informatie en kennis op te bouwen door gegevens en expertise van meerdere actoren te bundelen
  2. via brainstormen en analyse te komen tot creatieve en constructieve manieren om meer invloed uit te oefenen in een bepaalde keten. 

Het in kaart brengen van productieketens is ook bedoeld om de situatie voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen te verbeteren. Daarbij zal speciale aandacht uitgaan naar kwetsbare of achtergestelde groepen, zoals inheemse bevolkingsgroepen, vrouwen of arbeidsmigranten. De werkgroep zal zich allereerst buigen over de cacaoketen, gevolgd door die van palmolie en goud. De resultaten worden openbaar gemaakt. De Stuurgroep trekt conclusies uit de resultaten van de keteninventarisaties en brengt dan advies uit aan de aangesloten banken over vervolgstappen. 

Werkgroep ‘Enabling Remediation’ 

Bedrijven die impacts veroorzaken of in de hand werken, moeten de slachtoffers herstel of verhaal (‘remedy’) bieden. Dit is onderdeel van de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s). Bedrijven die ‘betrokken zijn’ bij effecten, moeten hun invloed aanwenden om andere verantwoordelijke partijen aan te zetten om aan deze verwachtingen te voldoen. In de praktijk is de realiteit dat er veel bedrijfsgebonden impacts zijn waarvoor geen herstel of verhaal wordt geboden. 

Wat kunnen banken doen om deze kloof tussen verwachtingen en praktijk te helpen overbruggen? Op basis van welke factoren kan de verantwoordelijkheid van een bank (‘veroorzaken’, ‘bijdragen’ of ‘betrokken zijn’) in een bepaald geval worden vastgesteld? Hoe kan een bank bijdragen tot herstel of verhaal? Kan de bank daarvoor zijn invloed bij anderen aanwenden? Over welke middelen beschikken banken om na te gaan of hun klanten daadwerkelijk herstel of verhaal bieden voor de effecten die zij veroorzaken? Wat kunnen banken doen om na te gaan of er doeltreffende klachtenprocedures bestaan voor mensen die mogelijk slachtoffer zijn van het gedrag van hun zakelijke klanten? Dit zijn vragen waarmee de werkgroep ‘Enabling Remediation’ zich bezighoudt. Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de convenantspartijen, de banken en acht externe deskundigen die vanuit de werkgroep zijn benoemd. 

Werkgroep ‘Increasing Leverage’

Deze werkgroep onderzoekt hoe de partijen hun invloed (‘leverage’) kunnen vergroten. Daarbij zullen bedrijven vooral worden geholpen om hun gedrag op het gebied van mensenrechten te verbeteren. De werkgroep onderzoekt hoe ‘leverage’ moet worden gedefinieerd en welke soorten leverage de partijen elk afzonderlijk kunnen aanwenden. De werkgroep stelt gezamenlijke maatregelen vast, in overleg met branchegenoten, via bilaterale afspraken met derden en door middel van brede samenwerkingsverbanden. Ook onderzoekt zij hoe de leverage kan worden vergroot vanuit een ecosysteemperspectief. Dit moet inzicht bieden in de huidige praktijk en uitwijzen welke mogelijkheden er zijn voor meer verantwoord ondernemen. 

De werkgroep inventariseert en ontwikkelt leveraging-modellen die uitgaan van samenwerking tussen de partijen. De gezamenlijke toegevoegde waarde kan worden verbeterd als alle organisaties – niet alleen de banken maar ook andere partijen – invloed uitoefenen.

Werkgroep Transparantie

Vanaf het derde kwartaal van 2018 bestaat de werkgroep Transparantie. Deze werkgroep heeft als doel actief te zorgen dat de afspraken in het convenant over transparantie (artikel 6.9 en 6.10) worden uitgevoerd door alle deelnemers.

Werkgroep ‘Human rights database’

De mogelijkheden van een nieuwe Matrix Database onderzoeken
Eén van de gezamenlijke doelen in het convenant was het werken aan een matrix database om op een goede manier informatie uit te wisselen. Tijdens het eerste jaar is een werkgroep bezig geweest te onderzoeken hoe zo’n nieuwe database zou kunnen functioneren naast bestaande instrumenten. Na een analyse werd duidelijk dat veel informatie al publiek beschikbaar was en dat banken daar al gebruik van maken in hun besluitvorming bij financiering. De missende informatie, over actuele en specifieke issues, is niet beschikbaar. De werkgroep heeft daarom geconcludeerd dat deze informatie niet in een database te vatten is. De geleerde lessen over actuele informatie kunnen echter wel worden meegenomen in de onderzoeken naar de waardeketens.